Minor

Toegekend diploma
-
Programmaduur
6 maanden
ECTS credits
30
Niveau eindkwalificatie
Bachelor
Vorm
Voltijd
Taal
Engels
School
  • Academie voor Architectuur & Built Environment
Locaties
  • Groningen

Minor Urban Regeneration

Programmabeschrijving

We kennen allemaal wel buurten of wijken die een impuls of verbetering kunnen gebruiken. Hierbij kun je denken aan fysieke, economische of sociale ingrepen. Door goed naar het gebied te kijken en de gebruikers te bevragen krijg je gevoel bij wat er speelt en waar misschien een verandering nodig is om het betreffende gebied weer een positieve stimulans te geven. Deze aanpassing, waar eventuele trends en ontwikkelingen in zijn meegenomen, maakt dat dit gebied op een toekomstbestendige manier ontworpen en/of georganiseerd zal zijn.
 
Aan het eind van deze minor kun je de volgende vraag beantwoorden:
Hoe kunnen we de gebouwde omgeving adaptief ontwerpen en organiseren om geïntegreerde stadsvernieuwing te stimuleren op een manier die alle stakeholders betrekt bij de lokale en regionale processen van huidige en toekomstige veranderingen?
 
Bij de minor Urban Regeneration leert de student op een innovatieve manier te denken, samen te werken met verschillende studies en culturen, inzicht te krijgen en ervaring op te doen over hoe mens en ruimte interacteren en al ontwerpend onderzoek te doen naar oplossingen om een toekomstbestendige adaptieve omgeving voor de inwoners/gebruikers te ontwerpen.
 
Het uiteindelijke doel is om studenten te trainen in technieken die nodig zijn voor een succesvolle participatie in geïntegreerde stadsvernieuwing.
 

Leeruitkomsten

RtD.1: De student herkent de verschillende theoretische en op de praktijk gebaseerde methodologieën die komen kijken bij Ontwerpend Onderzoeken [comp. 7]. 
RtD.2: De student geeft blijk van verschillende observatievaardigheden en classificeert relevante abstracte en fysieke kwaliteiten en problemen op technisch, milieu- en sociaal gebied [comp. 7]. 
RtD.3: De student is in staat om de essentie van onderzochte fenomenen te conceptualiseren en te visualiseren door een geannoteerd portfolio samen te stellen met alternatieve en verbeterde prototypen [comp. 7]. 
RtD.4: De student evalueert onderzoeksresultaten [comp. 7].
RtD.5: De student reflecteert systematisch op leermomenten, de gevolgde procedure en het besluitvormingsproces [comp. 9].
A&E.1: De student kan zijn/haar ideeën, concepten, werk, aanpak en visie verwoorden tegenover professionals en het publiek in en buiten het vakgebied [comp. 6].
A&E.2: De student is in staat een objectief standpunt in te nemen ten aanzien van producten, maatschappelijke context en de echte wereld [comp. 6].
A&E.3: De student evalueert de resultaten van de productimplementatie en reflecteert kritisch op de resultaten [comp. 6].
A&E.4: De student evalueert en bespreekt onderwerpen die te maken hebben met haar/zijn discipline met andere deskundigen [comp. 6]. 
A&E.5: De student geeft feedback aan en ontvangt feedback van medestudenten [comp. 8]. I&FV.1: Studenten zullen in staat zijn de kennis en het begrip die zij hebben opgedaan over trends, sociale ontwikkelingen en/of ruimtelijke factoren, te demonstreren door onderzoek te doen vanuit verschillende onderzoekslijnen [comp. 1, comp. 7]. 
I&I.1: De student kan zijn/haar eigen ambities voor persoonlijke/beroepsmatige ontwikkeling (van vaardigheden) binnen de context van deze module identificeren.
I&I.2: De student kan zijn/haar eigen persoonlijke kwaliteiten en rollen in een team vergelijken met en afstemmen op andere teamleden.
I&I.3: De student kan objectieve en subjectieve waarden van een plaats in relatie tot zijn/haar eigen waarden identificeren.
I&FV.1: Studenten zullen in staat zijn de kennis en het begrip die zij hebben opgedaan over trends, sociale ontwikkelingen en/of ruimtelijke factoren te demonstreren door onderzoek te doen vanuit verschillende onderzoekslijnen [comp 1, comp. 7]. 
I&FV.2: Studenten zullen in staat zijn om door verbreding, verbinding en herstructurering te associëren, en nieuwe inzichten te cultiveren, kennis en vaardigheden toe te passen, keuzes en standpunten te rechtvaardigen en de resultaten op een creatieve/onorthodoxe manier te laten zien [comp. 2, comp 3, comp. 8].
I&FV.3: Studenten kunnen, op basis van onderzoeksresultaten uit verschillende onderzoekslijnen, de verschillende scenario’s evalueren [comp. 7]. 
I&FV.4: Studenten kunnen reflecteren op zelfstudie en de gevolgde procedure en ze kunnen reflectieve feedback naar elkaar geven [comp. 9].
I&FV.5: Studenten zijn in staat om goede communicatie op een betrokken en creatieve manier te laten zien [comp. 8].
I&FV.6: Studenten zijn in staat om constructieve samenwerking met groepsleden en andere deelnemers/actoren te laten zien [comp. 8].
RC.1: De student is in staat om de verschillende sociale en/of economische problemen in een woonwijk te herkennen en onderscheiden [comp. 1].
RC.2: De student is in staat om onderzoek uit te voeren dat specifiek is gericht op het onderwerp en informatie te achterhalen die belangrijk is voor de oplossingen van de problemen in de woonwijk en de haalbaarheid van die oplossingen [comp. 3].
RC.3: De student is in staat er andere processen, ontwikkelingen, waarden en/of ideeën bij te betrekken en vast te stellen of die bruikbaar of toepasbaar zijn [comp. 9].
RC.4: De student is in staat om volgens zelf samengestelde criteria te reflecteren op zijn of haar eigen prestaties en is in staat zijn of haar functioneren om verbeteringen te verkrijgen in kaart te brengen en te herzien [comp. 9].
RC.5: De student is in staat om samen met de gebruikers/inwoners iets te creëren en met een bottom-upbenadering te werken aan de problemen en betekenis te hechten aan de gegeven inbreng. [comp. 8]
ST.1: De student kan afzonderlijke componenten van de stedelijke omgeving identificeren, classificeren en verklaren [comp. 1].
ST.2: De student is in staat om de essentie van ruimtelijke problemen te conceptualiseren en visualiseren en ze in de juiste vorm te beschrijven (bijv. plattegronden, tekeningen en modellen) [comp. 2].
ST.3: De student kan zijn/haar begrip van/visie op de dynamiek in een stedelijke omgeving tonen en presenteren [comp. 3, comp. 8]
ST.4: De student kan theorie, beginselen en beleid vertalen naar de behoeften van de belanghebbenden om oplossingen voor de regeneratie van de stedelijke omgeving aan te dragen [comp. 3] .
ST.5: De student kan zijn/haar werk met dat van collega's vergelijken, toetsen en afstemmen om interdisciplinaire relaties te bepalen [comp. 6].