Vak: Bedrijfskunde credits: 4

De student:

- kan op meerdere niveaus een organisatie typeren en definiëren, op basis van een gekozen organisatiemodel uit de bedrijfskundige systeemtheorie.
- kan op meerdere niveaus een organisatie modelleren, op basis van een gekozen organisatiemodel uit de bedrijfskundige systeemtheorie.
- kan zinvolle verbanden tussen tussen de typering, definiering en modellering van een organisatie construeren, op basis van de bedrijfskundige systeemtheorie.
- kan het kwaliteitsverbetering/optimalisatievraagstuk van organisaties en de trends hierin herkennen, op basis van van de bedrijfskundige systeemtheorie.
- kan diverse kwaliteitseisen t.a.v. kwaliteitsverbetering in organisaties definiëren, op basis van van de bedrijfskundige systeemtheorie.
- kan de fasering van het organisatie-optimalisatietraject en bijbehorende resultaatgebieden herkennen en benoemen, op basis van de bedrijfskundige systeemtheorie.
- kan het verschil tussen standaardpakketten en maatwerksoftware herkennen, op basis van de theorie over standaard- en maatwerksoftware.
- kan verschillende scenario’s, fases en bijbehorende activiteiten herkennen in het kader van een organisatieoptimalisatie m.b.v. een standaardpakket op basis van theorie over organisatieoptimalisatie.