Vak: Bedrijfseconomie 4 credits: 2
- Vakcode
- MRVH7BEC4
- Naam
- Bedrijfseconomie 4
- Studiejaar
- 2020-2021
- ECTS credits
- 2
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- CONVERSIE
- Werkvormen
-
- Onderwijs
- Toetsen
-
- Bedrijfseconomie 4- - Computer, organisatie tentamenbureau
Leeruitkomsten
Leeruitkomsten:
LU1. De student kan de investeringsselectiemethoden en financieringsmogelijkheden benoemen.
LU2. De student kan de investeringsselectiemethoden toepassen/hanteren:
LU3. De student kan de verschillende financieringsmogelijkheden (oa. aandelen en obligaties) gezien de vermogensmarkten inschatten
LU4. De student kan de vergaande implicaties onderscheiden m.b.t. het opstellen van de balans tussen het aantrekken vreemd vermogen of het aantrekken eigen vermogen
LU5. De student kent de onderdelen van het
kasstroomoverzicht, kan een kasstroomoverzicht opstellen en deze interpreteren.
LU6.De student kent de begrippen bedrijfsrisico, financieel risico en kan deze toepassen.
LU7.De student kan de GGVK berekenen en kan het verband leggen tussen GGVK en risico.
LU8.De student kent het begrip hefboomfactor en de relatie met risico en kan het verband leggen met ondernemingswaarde.
LU9.De student kan de berekeningen maken om een Du Pont Chart in te vullen, de risico’s erbinnen aangeven, verbanden leggen tussen de onderdelen ervan en een ingevulde Chart interpreteren.
LU10.De student kan een ratioanalyse uitvoeren en de uitkomsten ervan interpreteren.
De bovenstaande LU’s zijn een onderdeel van de volgende PLU’s: 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
LU1. De student kan de investeringsselectiemethoden en financieringsmogelijkheden benoemen.
LU2. De student kan de investeringsselectiemethoden toepassen/hanteren:
LU3. De student kan de verschillende financieringsmogelijkheden (oa. aandelen en obligaties) gezien de vermogensmarkten inschatten
LU4. De student kan de vergaande implicaties onderscheiden m.b.t. het opstellen van de balans tussen het aantrekken vreemd vermogen of het aantrekken eigen vermogen
LU5. De student kent de onderdelen van het
kasstroomoverzicht, kan een kasstroomoverzicht opstellen en deze interpreteren.
LU6.De student kent de begrippen bedrijfsrisico, financieel risico en kan deze toepassen.
LU7.De student kan de GGVK berekenen en kan het verband leggen tussen GGVK en risico.
LU8.De student kent het begrip hefboomfactor en de relatie met risico en kan het verband leggen met ondernemingswaarde.
LU9.De student kan de berekeningen maken om een Du Pont Chart in te vullen, de risico’s erbinnen aangeven, verbanden leggen tussen de onderdelen ervan en een ingevulde Chart interpreteren.
LU10.De student kan een ratioanalyse uitvoeren en de uitkomsten ervan interpreteren.
De bovenstaande LU’s zijn een onderdeel van de volgende PLU’s: 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Inhoud
Besturing van min of meer complexe organisaties vraagt om een adequate (financiële) informatievoorziening. De controller is in een bedrijf vaak de aangewezen persoon die zich bezighoudt met beslissingen inzake financiering en investering, die onlosmakelijk aan elkaar zijn verbonden. Bovendien zal worden ingegaan op risicomanagement vanuit een integraal perspectief. Centraal staan hierbij een aantal financiële risico's die zich kunnen voordoen binnen de verschillende bedrijfsprocessen en de risicobeheersingsmaatregelen die in dit verband genomen kunnen worden. De focus ligt op hoe bedrijfs- en organisatieprocessen met behulp van risicomanagement kunnen worden geoptimaliseerd, waarbij niet alleen risico's geborgd worden maar ook kansen worden benut.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Bedrijfskunde