Vak: Integraal Product 1 credits: 2

Vakcode
MRVP4IPD1
Naam
Integraal Product 1
Studiejaar
2020-2021
ECTS credits
2
Taal
Nederlands
Coördinator
A.J.J.M. Kersten
Werkvormen
  • Projectonderwijs
Toetsen
  • Integraal product 1 - Opdracht

Leeruitkomsten

Leeruitkomsten:
Na afloop van de OO heeft de student een ontwikkeling laten zien op de volgende gebieden:
 
1. De student kan een veelzijdig en complex bedrijfskundig probleem naar vermogen tot een bepaalde hoogte oplossen (behalen targets OO).
 
2. De student toont creativiteit in het vinden van alternatieven; kan divergent denken, komt met een nieuw idee, inzicht, concept of object, nieuwe benadering, methode of oplossing;  zit niet vast in denkkaders, durft te experimenteren en buiten de gebaande paden te treden (creativiteit).
 
3. De student weet de verworvenheden van het project op een aansprekende en creatieve wijze te presenteren (presenteren).
 
4. De student toont inzet, motivatie, ambitie, een onderzoekende houding en kan om gaan met tegenslagen (ondernemerschap).
 
5. De student is in staat op een effectieve wijze bestaande contacten te benutten en nieuwe contacten aan te boren; communiceert proactief, effectief en houdt rekening met culturele verschillen (netwerken).
 
6. De student weet publiciteit te genereren (publiciteit).
 
7. De student gaat zorgvuldig om met ethische kwesties en maakt zorgvuldige belangenafwegingen (integriteit).
 
8. De student gaat resultaatgericht, methodisch en planmatig te werk op basis van een samenwerkingscontract van de groep (samenwerken).
 
9. De student overlegt efficiënt en effectief met groepsgenoten en anderen en houdt zich aan afspraken en deadlines (communiceren).
 
10. De student maakt een resume van zichzelf en gezamenlijk een groepsresume (resume). Beide documenten zijn in het Engels.
Ieder groepslid heeft zijn kwaliteiten. Door de OO ontdekken de groepsleden elkaars kwaliteiten. Door die te bundelen kan de groep zich presenteren als een club van jonge honden, die zich voor elke klus kan laten inhuren.
 
11. De student reflecteert op bovenstaande leeruitkomsten: kan reflecteren op verworven kennis, eigen en andermans standpunten of redeneringen, geeft feedback en kan feedback ontvangen; kan gevoelens en behoeften van anderen waarnemen en begrijpen; regisseert de eigen ontwikkeling; heeft zelfkennis: kent eigen sterktes en zwaktes, kent drijfveren; kan leerbehoeften formuleren; laat zien verantwoordelijkheid te nemen voor eigen handelen (reflecteren).

PLU's:
PLU1: De BKM’er identificeert organisatievraagstukken, analyseert, ontwerpt, implementeert en evalueert bedrijfsprocessen, verbetert en vernieuwt deze processen door oplossingen voor problemen aan te dragen en hanteert bij al deze activiteiten een integrale, ethische en maatschappelijk verantwoorde aanpak.
PLU5: De BKM’er adviseert vanuit een ondernemende en creatieve houding strategische alternatieven en innovatieve oplossingen voor problemen van organisaties ter verbetering en vernieuwing van hun bedrijfsprocessen.
PLU7: De BKM’er organiseert en regisseert de samenwerking tussen mensen in organisaties met oog voor de toegevoegde waarde van mensen in organisaties, houdt daarbij rekening met maatschappelijke, culturele en morele verschillen en overbrugt belangentegenstellingen.
PLU8: De BKM’er neemt initiatief, toont persoonlijk leiderschap en ethisch besef in het professioneel handelen en ontwikkelt en onderhoudt een professioneel netwerk.
PLU9: De BKM’er stuurt de eigen persoonlijke ontwikkeling vanuit een lerende opstelling en een onderzoekende, ondernemende en nieuwsgierige houding en structureert en voert zijn werk uit via de PDCA-cyclus.
PLU10: De BKM’er communiceert effectief in het Nederlands en Engels, zowel schriftelijk als mondeling, met professionals vanuit verschillende disciplines en achtergronden.

Inhoud

Blok 1.1 begint met het kennismaken met de praktijk van een bedrijfskundige. We gooien de student in het diepe. De On/mogelijke Opdracht (OO) is onmogelijk, maar de student kan wel heel ver komen …! Ervaar het!
De leercirkel van Kolb: theorie => toepassen => ervaren => reflecteren => theorie.
Vrijwel altijd begint het onderwijs met theorie. Met de OO beginnen we met toepassen zonder eerst gestructureerde theorie aangeboden te hebben. Leren door te doen. De OO is een vehikel om te ervaren dat er een groot aantal vaardigheden en persoonlijke eigenschappen nodig zijn om complexe vraagstukken aan te pakken, ofwel om te ervaren wat het (generieke) hbo-niveau inhoudt. Daarom verwachten we ook een reflectieverslag.
Wat is nodig: ambitie, doorzettingsvermogen van iedereen (een dag heeft 24 uur); wees resultaatgericht, boor creativiteit aan (zie verderop), gebruik netwerken (die zijn groter dan je denkt!), wees nieuwsgierig, onderzoekend, heb lef, durf, ondernemerschap; frustratie en mislukkingen, daar leer je alleen maar van en dat is toch wat je wilt? Je enthousiasme kent geen grenzen.
 
 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Bedrijfskunde