Vak: Financieel Management 3 credits: 2

Vakcode
FMDB18M&GFIM
Naam
Financieel Management 3
Studiejaar
2021-2022
ECTS credits
2
Taal
Nederlands
Coördinator
J. Kleine Deters
Werkvormen
  • Werkcollege
Toetsen
  • Financieel Management 3 - Computer, organisatie ToetsCentrum

Leeruitkomsten

Hoofd leeruitkomst   
     
De student maakt de financiële consequenties van een bedrijfskundig advies inzichtelijk en beoordeelt de haalbaarheid

De student
  • bepaalt aan de hand van het Dupontschema de consequenties van bedrijfsbeslissingen voor de balans en de resultatenrekening en legt verbanden tussen deze financiële overzichten
  • stelt in de context van de begrotingscyclus een investeringsbegroting, een exploitatiebegroting en een facilitair budget op en rubriceert deze informatie op basis van de relevante kengetallen en normen (o.a. ten behoeve van benchmarking)
  • berekent met behulp van de verschillende investeringsselectiemethoden (met tijdsvoorkeur) de financiële toegevoegde waarde van investeringen, beoordeelt deze en maakt de financiële gevolgen voor de exploitatie inzichtelijk
  • definieert het begrip ‘levensduur’ binnen een gegeven context en rubriceert de bijbehorende levensduurkosten (Life Cycle Costs, Total Cost of Ownership)
  • benoemt de financieringsvormen waarover een organisatie kan beschikken en berekent de financiële consequenties per financieringsvorm
  • verbijzondert indirecte kosten met behulp van de kostenplaatsenmethode en ABC-methode.

Inhoud

Aan de hand van het Dupontschema van kengetallen bepalen de studenten de consequenties van huisvestingskeuzes op balans en resultatenrekening. We leren hoe de boekwaarde van vastgoed bepaald kan worden.
We leren hoe we een investeringsbegroting en een exploitatiebegroting kunnen rubriceren. We beargumenteren dat de invloed van investeringsbeslissingen op de exploitatiekosten groot kan zijn. We maken kennis met vastgoed- en Europese Facility Management normen.
We stellen met behulp van kengetallen een investerings- en exploitatiebegroting op en calculeren de facilitaire kosten.
Het benchmarkproces wordt toegelicht.
We maken kennis met manieren waarop indirecte kosten gealloceerd kunnen worden. We besteden aandacht aan een DienstVerleningsOvereenkomst.
De investeringsselectiecriteria die we eerder hebben leren kennen breiden we uit met criteria met tijdvoorkeur.
We maken onderscheid tussen partiële en totale financiering. We gaan rekenen met de lineaire- en de annuïteitenhypotheek. Ook besteden we aandacht aan leasevormen.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Future Environments