Vak: Conceptontwikkeling credits: 5

Vakcode
ONVA22COW
Naam
Conceptontwikkeling
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
R. Vogel
Werkvormen
  • Hoorcollege
  • Werkcollege
Toetsen
  • Conceptontwikkeling - Overige toetsing

Leeruitkomsten

Competenties:
1.1 De student herkent kansen  
1.2 De student laat creativiteit zien
1.3 De student heeft een toekomstvisie
1.4 De student draagt voorbeelden aan van ideeën die waarde hebben voor hemzelf en anderen
2.1 De student is zelfbewust en zelfredzaam.
2.2 De student toont motivatie en doorzettingsvermogen
2.4 De student maakt kennis met financiële, ecologische en sociale impact.
2.5 De student zet anderen in beweging.
3.4 De student werkt met anderen.


Leeruitkomsten:
De student:
  1. voert een LEAN-onderzoek uit en vertaalt dit naar het business model canvas.
  2. ontwikkelt een creatief en innovatief bedrijfsconcept (door) door middel van design thinking en brengt het in kaart.
  3. is zich bewust van zijn passie en dromen en kan dit vertalen naar het ontwikkelde bedrijfsconcept.
  4. voert een omgevingsanalyse uit waarmee kansen en bedreigingen voor het ontwikkelde bedrijfsconcept in kaart worden gebracht.
  5. ontwikkelt het bedrijfsconcept (door) door middel van co-creatie met medestudenten.

Inhoud

Niveau:
Inleidend

Inhoud:
Een enkele student heeft misschien als vertrekpunt al een eigen onderneming of heeft het voornemen om een bestaande onderneming over te nemen. Die uitzonderlijke studenten hebben dan dus al een bedrijfsconcept, maar voor de meeste studenten zal het bedrijfsconcept nog niet meer zijn is dan een vaag idee dat in hun hoofd zit. In deze eerste periode gaat de student het eigen bedrijfsconcept ontwikkelen c.q. het bestaande bedrijfsconcept aanvullen of verbeteren. In een portfolio beschrijft de student hoe hij dat heeft aangepakt en tot welk bedrijfsconcept dat heeft geleid. De student maakt een prototype van het   product of de dienst (een beschrijving, een illustratie of een 3D-model) zodat het bedrijfsconcept of idee niet alleen in het hoofd van de student aanwezig is, maar het ook gedeeld kan worden met anderen.
De student moet antwoorden formuleren op vragen als:
  • Wie ben ik als ondernemer en waarom wil ik eigenlijk ondernemen?
  • Zitten er wel mensen op mijn product of dienst te wachten en waarom eigenlijk?
  • Heeft mijn onderneming bestaansrecht; welke waarde voeg ik toe aan de maatschappij?
Door het bedrijfsconcept in beeld te brengen en deze vragen te beantwoorden, ontwikkelt de student niet alleen zelf een scherper beeld van zijn onderneming, het stelt anderen ook in staat hem verder te helpen.

In wekelijkse hoorcolleges krijgt de student toepasbare modellen aangereikt en aan de hand daarvan ontwikkelt of verbetert hij in eveneens wekelijkse werkcolleges een eigen  bedrijfsconcept (door). Ongeveer een dag per week heeft de student gelegenheid om zelfstandig  informatie te verzamelen die hem kan helpen om het bedrijfsconcept uit te werken. Alle ideeën en informatie die de student verzamelt, opdrachten die hij maakt en inspiratie die hij opdoet komen samen in het portfolio dat hij gaat maken. Het is een eigen bedrijfsconcept en portfolio van de student. De vormgeving van het portfolio mag de student daarom ook zelf bedenken met als opdracht maak er een interessant en aantrekkelijk portfolio van!

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Instituut voor Business, Marketing en Finance