Vak: Werkplekleren-stage 1 credits: 5

Vakcode
PBVB22SWWP1
Naam
Werkplekleren-stage 1
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
5
Taal
Nederlands
Coördinator
J. Westerveen
Werkvormen
Toetsen
  • Stageverslag - Portfolio assessment

Leeruitkomsten

Leeruitkomsten Module 10 a

Leeruitkomst op eindniveau Leeruitkomst op module-niveau Datapunten
Didactisch handelen
  1. Signaleren en interpreteren van onderwijs-ontwikkellingsbehoefte
De bachelor professional signaleert en interpreteert de (individuele) onderwijs- ontwikkelingsbehoefte van leerlingen en heeft hierbij oog voor diversiteit in brede zin De student benoemt ontwikkelbehoeften van 1 kind op het gebied van ten minste drie ontwikkelingsgebieden. Datapunt
10 a 1
Pedagogisch Handelen
  1. Werken vanuit een relatie gebaseerd op wederzijds vertrouwen en respect
De bachelor professional is sensitief en streeft ernaar zich te verplaatsten in (de leefwereld van) de leerling, door zich in te leven in de  meningen en gedachten van de leerling en weet de relatie met de leerling op positieve wijze vorm te geven zodat de leerling zich verder kan ontwikkelen De student maakt op positieve manier contact met kinderen van de stageklas.
 
Datapunt
10 a 4
Pedagogisch Handelen
  1. Creëren van een veilig klimaat 
De bachelor professional realiseert met een ontwikkelingsgerichte werkwijze, in samenwerking met collega’s en ouders, een veilig, ondersteunend en stimulerend klimaat en draagt hiermee bij aan de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van leerlingen en zorgt hiermee er tevens voor dat de leerling toekomt aan ontwikkelingstaken die bij de  leeftijdsfase horen. De professional stimuleert de onderlinge relaties in de groep op een positieve manier en zorgt dat het klimaat van de groep gericht is op van- en met elkaar leren, acceptatie en empathie Student benoemt factoren die voor deze specifieke klas van belang zijn om een veilig, ondersteunend en stimulerend klimaat te creëren en voert een op de groep of een deel van de groep gerichte interventie uit die het veilig klimaat bevordert. Datapunt
10 a 4
Pedagogisch Handelen
  1. Waarnemen en beoordelen van gedrag 
De bachelor professional observeert en signaleert wanneer het algemeen welbevinden van de leerling in het geding is, draagt in positieve zin bij aan omgevingsgericht en talentvol gedrag, voorkomt indien mogelijk (dreigende) leer- en gedragsproblemen en past zijn/haar (pedagogisch) handelen hierop aan Student herkent talentmomenten en laat zien talentkrachtig te kunnen handelen in interactie met leerlingen.  Datapunt
10 a 3
Pedagogisch Handelen
  1. Integrale werkwijze 
De bachelor professional werkt vanuit een integrale blik, en stemt pedagogisch handelen, begeleiding en zorg af in samenwerking met ouders/opvoeders en medeprofessionals binnen onderwijs en jeugdhulp Student toont inzicht in de interdisciplinaire samenwerking tussen professionals binnen en buiten de stageschool Datapunt
10 a 5
Pedagogisch Handelen
  1. Benaderen vanuit netwerk / opvoedingsmilieu 
De bachelor professional is gericht op het netwerk waarin de jeugdige leeft en zich ontwikkelt, zoals gezin/leefgroep, buurt en school. Hij/zij versterkt (indien nodig) vanuit overwegingen van preventieve aard ouders/opvoeders en andere betrokkenen Student brengt in grote lijnen het systeem van 1 kind in beeld (ecologisch model Bronfenbrenner). Datapunt
10 a 2
Professioneel werken
  1. Samenwerken 
De bachelor professional werkt constructief en respectvol vanuit meerdere perspectieven samen met zowel leerlingen, hun opvoeders en het netwerk als met medeprofessionals in onderwijs en jeugdhulp en positioneert zich hierbij op passende wijze en neemt indien nodig een regiefunctie in. De bachelor professional is benaderbaar, communiceert op heldere en respectvolle wijze en werkt transparant en is alert op de kwaliteit en het evalueren van het samenwerkingsproces.
 
Student formuleert doelen op het gebied van samenwerken met leerlingen, ouders, coach en professionals in de jeugdhulp en evalueert deze. Datapunt
10 a 5
Professioneel werken
  1. Gericht op eigen krachten van het netwerk
De bachelor professional is gericht op het netwerk waarin de leerlingen leven en zich ontwikkelen. Hierbij is de bachelor pabo-zorgprofessional gericht op de eigen krachten van leerlingen Student benoemt (in zijn analyse van het systeem van de leerling) actoren uit het netwerk die een positieve invloed hebben op de leerling. Datapunt
10 a 2

 

Inhoud

In dit eerste onderdeel van het werkplekleren, module 10 a, loopt de student in totaal 14 dagen stage (7 x 2 dagen), waarvan 1 dag een snuffelstage bij een organisatie uit de zorgstructuur van de school. De stage begint in principe in lesweek 1.2. (tenzij anders overeengekomen met de school). In lesweek 1.9 en 1.10 wordt de stage wel ingeroosterd. De student kan in overleg met school deze dagen gemiste stagedagen inhalen, nog opdrachten afmaken of juist 1 van deze vier dagen gebruiken om mee te lopen met een professional buiten de school.

De module loopt parallel aan module 7. In module 7 leert de student over leren-leren, motivatie, didactiek en vakdidactiek, onderwijsconcepten, et cetera. Daarnaast is er in de module veel aandacht voor taal en rekenen. Studenten kunnen het geleerde toepassen tijdens de stage. Natuurlijk kent dit onderdeel van de stage ook een eigen integrale opdracht en portfolio.

De integrale opdracht bestaat uit een portfolio waarin de student reflecteert op bovengenoemde leeruitkomsten. De datapunten dragen bij aan het behalen van de leeruitkomsten. De student zal ongetwijfeld gedurende zijn twee-daagse stage meer activiteiten ontplooien (bijvoorbeeld aansluitend bij module 7), ook deze kunnen uiteraard als voorbeeld van competentieontwikkeling in het porfolio worden opgenomen.
De module wordt afgesloten door een portfolio, waarin de student reflecteert op de leeruitkomsten. In het portfolio worden ook de datapunten opgenomen. De datapunten dragen bij aan het behalen van de leeruitkomsten. De datapunten in deze module sluiten aan bij de modules van jaar 1.


 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Pedagogische Academie