Vak: Thematisch onderwijs ontwerpen-werken met groepen credits: 10

Vakcode
PBVP21MOD5
Naam
Thematisch onderwijs ontwerpen-werken met groepen
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
10
Taal
Nederlands
Coördinator
Y.M.C. van Ginneken
Werkvormen
Toetsen
  • Thematisch onderwijs - Opdracht

Leeruitkomsten

  1. Didactisch handelen
1A. De student herkent wat de ontwikkelbehoeften van kinderen zijn
1B. De student formuleert, op basis van een bestaand kader, ontwikkelings-/   les-) doelen en maakt hierbij gebruik van vakinhoudelijke kennis en               vaardigheden.
1C. De student ontwerpt activiteiten bij (ontwikkelings-/ les-) doelen en   selecteert hierbij passende werkvormen, materialen en middelen.
1D. De student zorgt voor structuur in de activiteiten.
1E. De student bespreekt de verwachtingen en begeleidt kinderen op motiverende wijze bij het zelfstandig plannen, uitvoeren en evalueren                van de activiteit
1F De student evalueert in hoeverre het doel van de activiteit is behaald. En doet suggesties voor verbetering
  1. Pedagogisch handelen
2B. De student kent factoren van een veilig ontwikkelingsklimaat, herkent deze in de praktijk en maakt op een positieve manier contact met de groep.
2C. De student herkent talentvol gedrag en brengt gedrag/basisbehoeften        van het kind in kaart en handelt hiernaar.
  1. Professioneel werken
3A. De student reflecteert (op methodische wijze) aan de hand van theorie  over opvoeding, ontwikkeling en onderwijs én eigen ervaringen op zijn                eigen gedrag en formuleert wat dit betekent voor zijn professionele                    handelen

Inhoud

 
In deze module ontwikkelt de student diverse onderwijsactiviteiten (voor 1 week) aan de hand van een thema passend bij de doelgroep van de stage (werkplekleren / module 6). De student voert minimaal zeven van deze onderwijsactiviteiten uit.
De methodiek die tijdens de module wordt gevolgd is storyline (verhalend ontwerpen). Dit betekent dat onderwijsactiviteiten gekoppeld zijn aan een verhaal.
De student kiest een thema (vrije keuze) en maakt naar aanleiding daarvan een onderwijsproject (minimaal negen en maximaal tien onderwijsactiviteiten in een week) op basis van; wat hebben de leerlingen dit jaar nog niet/ in mindere mate gehad? Wat kan ik aanbieden vanuit de leerlijn? Wat hebben de leerlingen allemaal nodig (vanuit talentenkracht)? Hoe kunnen we kinderen de kans geven om hun eigen talenten te ontdekken? Wat is mijn eigen interesse als student? In hoeverre speelt mijn onderwijsactiviteit in op de basisbehoeften van leerlingen?

De onderwijsactiviteiten bestaan in ieder geval uit de volgende onderdelen:
  1. Inleiding van het verhaal/project.
  2. Een onderwijsactiviteit gericht op taal
  3. Een tweede onderwijsactiviteit gericht op taal
  4. Een onderwijsactiviteit gericht op rekenen
  5. Een tweede onderwijsactiviteit gericht op rekenen
  6. Een onderwijsactiviteit gericht op cluster 1
  7. Een onderwijsactiviteit gericht op cluster 2
  8. Een onderwijsactiviteit gericht op burgerschap/thema uit de sociale psychologie
  9. Afsluiting verhaal/project
De tiende onderwijsactiviteit is vrij. De student kan ervoor kiezen om een tweede onderwijsactiviteit te ontwikkelen en uit te voeren omdat de student niet geheel tevreden is over de uitvoer of omdat de student meer de diepte in wil gaan of omdat de student enorme betrokkenheid ervaart en graag nog een activiteit wil uitvoeren. Ook kan de student ervoor kiezen om combinaties te maken zodat je een cluster vak combineert met taal.

Bij de onderwijsactiviteiten maakt de student gebruik van de SLO-leerlijnen.
 

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Pedagogische Academie