Vak: Organisatieontwikkeling -afstudeeropdracht credits: 15

Vakcode
PEDA24ORO
Naam
Organisatieontwikkeling -afstudeeropdracht
Studiejaar
2024-2025
ECTS credits
15
Taal
Nederlands
Coördinator
M. Dijk
Werkvormen
  • Afstudeeropdracht
Toetsen
  • begeleidend schrijven - Verslag
  • ind procesverslag - Verslag

Leeruitkomsten

Methodisch handelen  

De student toont een onderzoekende houding door theorieën en methoden te selecteren, praktijkervaringen op te halen, en deze op waarde te schatten. Hij verbindt deze theorieën, methoden en praktijkervaringen aan het praktisch vraagstuk. Daarmee is de student in staat zijn handelen te onderbouwen.  

 

Samenwerken  

De student betrekt de organisatie op verschillende niveaus bij het vraagstuk, stuurt hierbij op verbinding en neemt initiatieven om de samenwerking te faciliteren met als doel om tot een gezamenlijk resultaat te komen. Tevens zoekt de student verbinding en samenwerking met externe partijen die een rol spelen bij het vraagstuk. De student geeft sturing aan collega's bij de implementatie van de oplossing. 

 

Communiceren  

De student communiceert in heldere en concrete taal, zowel schriftelijk als mondeling, vanuit de verschillende rollen in het project met alle betrokkenen (afgestemd op hun taken en hun rol in het geheel). De student neemt de daarbij behorende verantwoordelijkheid in de communicatie betreffende planning, voortgang en doelstelling. Daarnaast wordt communicatie gericht ingezet om draagvlak te creëren.  

 

Probleemoplossend vermogen  

Door de student en/of de organisatie wordt een praktisch vraagstuk gesignaleerd en er wordt overeenstemming bereikt over de bewoording en de doelstelling. Er wordt planmatig toegewerkt naar een product als antwoord op het vraagstuk. Het product kan allerlei vormen hebben waarbij het leidend is dat het voortkomt uit het gedane onderzoek en de samenwerking met de andere betrokkenen. Daarbij is goed gekeken of het product ook passend is voor deze specifieke organisatie. Dat houdt in; past het bij de ontwikkelingen die in de organisatie gaande zijn, bij het beleid, bij de organisatiecultuur-en structuur. 

 

Lerend vermogen  

De student is in staat te reflecteren op zijn eigen ontwikkeling als professional aan de hand van de leeruitkomsten. Hierbij kan hij de verschillende aspecten in het proces belichten. Bijvoorbeeld: hoe heeft hij zich opgesteld en ontwikkeld als verandermanager en coördinator van het project en hoe (on)tevreden is hij over het proces en het eindresultaat. Hij is in staat om keuzemomenten en leermomenten te benoemen en te duiden. Hij is in staat om kwaliteiten en ontwikkelpunten te benoemen.  

Laat zien te kunnen reflecteren op niveau 2.  

Inhoud

In deze laatste module gaat de student in samenwerking met een medestudent aan de slag met het maken van een passend product voor een vraagstuk uit de praktijk. Hierbij leert de student de vraag uit de praktijk te achterhalen, te verbinden en multidisciplinair samen te werken. De student maakt een innovatie of verbetering voor de praktijk, waarbij deze bezig gaat met het creëren van draagvlak. Gedurende de module geeft de student zelfstandig sturing aan de eigen loopbaan, dit doet deze naast het profileren en positioneren in de leerwerkomgeving onder andere door een keuzevak te volgen en de eigen gekozen invulling van de professionele ruimte. 

De opdracht kent een gezamenlijk verslag (begeleidend schrijven) en een individueel verslag.


 
 
 

School(s)

  • Pedagogische Academie