Vak: Theorie trede 10 periode AB credits: 5
- Vakcode
- LAVB20TH10AB
- Naam
- Theorie trede 10 periode AB
- Studiejaar
- 2020-2021
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- R. de Haan
- Werkvormen
-
- Toetsen
-
Leeruitkomsten
Knowledge & Understanding
Ambachtelijk vermogen
LKU2 De afgestudeerde toont in de praktijk van DAS kennis van (internationale) cultuurgeschiedenis, repertoire en ontwikkelingen in het hedendaagse culturele landschap.
MKU4 De afgestudeerde laat in zijn handelen en communiceren merken over kennis van de theatertheorie te beschikken, kan zichzelf en zijn werkzaamheden in een historische context plaatsen en kan koppelingen maken met andere kunstvormen.
MKU6 De afgestudeerde herkent de (historische) betekenis van bewegingsvormen en -stijlen ten behoeve van (DAS)repertoire en kan dat toelichten.
MKU8 De afgestudeerde toont grondig inzicht in DAS-technieken.
MKU9 De afgestudeerde is in staat de dans- en ballettechniek te analyseren.
Applying Knowledge & Understanding
Creërend vermogen
LAKU1 De afgestudeerde vertaalt ideeën door associatie, analyse en (fysieke) interpretatie in DAS
LAKU4 De afgestudeerde legt verbindingen tussen kennis en de praktijk om het werkproces te ontwikkelen en te verdiepen.
Onderzoekend en reflectief vermogen
LAKU9 De afgestudeerde heeft een onderzoekende houding en kan (praktijkgericht) onderzoek doen.
MAKU7 De afgestudeerde heeft een analytisch inzicht.
MAKU8 De afgestudeerde bereidt zich adequaat voor op zijn werkzaamheden en levert de gewenste kwaliteit.
MAKU11 De afgestudeerde analyseert, op basis van zijn theoretische kennis, de tijd, stijl en vorm van een
DAS- of popproductie of -proces.
Vermogen tot groei en vernieuwing
LAKU10 De afgestudeerde exploreert en experimenteert en zet zijn bevindingen in voor de verdere ontwikkeling van zijn kunstenaarschap.
LAKU11 De afgestudeerde legt verbanden tussen culturele en maatschappelijke uitingen en ontwikkelingen ene zet zijn bevindingen in om een bijdrage te leveren aan het vakgebied en de maatschappij.
Making Judgements
Creërend vermogen
LMJ1 De afgestudeerde plaatst zijn werk in een breder (inter) cultureel, maatschappelijk en internationaal kader.
Onderzoekend en Reflectief vermogen
LMJ2 De afgestudeerde positioneert zich met zijn werk kritisch t.o.v. het eigen vakgebied en de maatschappelijke context.
MMJ2 De afgestudeerde reflecteert zelfstandig en op aanwijzing van derden op zichzelf en neemt naar aanleiding daarvan actie.
MMJ4 De afgestudeerde heeft inzicht in de functie van de podiumkunsten en kan deze zo nodig toelichten in diverse sectoren van de samenleving.
Vermogen tot groei en vernieuwing
MMJ5 De afgestudeerde is flexibel, gedisciplineerd, stressbestendig en initiatiefrijk.
Ondernemend en organiserend vermogen
LMJ5 De afgestudeerde ontwikkelt een eigen werkwijze en overziet alle aspecten van zijn werkproces en de betrokken disciplines in onderlinge samenhang.
Communication
Ondernemend en organiserend vermogen
MC1 De afgestudeerde presenteert zichzelf overtuigend en is in staat constructief een gesprek te voeren.
Communicatief vermogen
LC4 De afgestudeerde kan zijn artistieke identiteit, ideeën, ambities en kwaliteiten gearticuleerd verwoorden en belichamen tegenover derden binnen en buiten het artistieke proces.
Learning Skills
Onderzoekend en reflectief vermogen
LLS2 De afgestudeerde stelt zijn werk en werkwijze steeds opnieuw ter discussie.
MLS2 De afgestudeerde geeft zelfstandig verworven kennis en vaardigheden op eigen wijze vorm en concretiseert deze.
MLS3 De afgestudeerde is een life-long-learner.
Ambachtelijk vermogen
LKU2 De afgestudeerde toont in de praktijk van DAS kennis van (internationale) cultuurgeschiedenis, repertoire en ontwikkelingen in het hedendaagse culturele landschap.
MKU4 De afgestudeerde laat in zijn handelen en communiceren merken over kennis van de theatertheorie te beschikken, kan zichzelf en zijn werkzaamheden in een historische context plaatsen en kan koppelingen maken met andere kunstvormen.
MKU6 De afgestudeerde herkent de (historische) betekenis van bewegingsvormen en -stijlen ten behoeve van (DAS)repertoire en kan dat toelichten.
MKU8 De afgestudeerde toont grondig inzicht in DAS-technieken.
MKU9 De afgestudeerde is in staat de dans- en ballettechniek te analyseren.
Applying Knowledge & Understanding
Creërend vermogen
LAKU1 De afgestudeerde vertaalt ideeën door associatie, analyse en (fysieke) interpretatie in DAS
LAKU4 De afgestudeerde legt verbindingen tussen kennis en de praktijk om het werkproces te ontwikkelen en te verdiepen.
Onderzoekend en reflectief vermogen
LAKU9 De afgestudeerde heeft een onderzoekende houding en kan (praktijkgericht) onderzoek doen.
MAKU7 De afgestudeerde heeft een analytisch inzicht.
MAKU8 De afgestudeerde bereidt zich adequaat voor op zijn werkzaamheden en levert de gewenste kwaliteit.
MAKU11 De afgestudeerde analyseert, op basis van zijn theoretische kennis, de tijd, stijl en vorm van een
DAS- of popproductie of -proces.
Vermogen tot groei en vernieuwing
LAKU10 De afgestudeerde exploreert en experimenteert en zet zijn bevindingen in voor de verdere ontwikkeling van zijn kunstenaarschap.
LAKU11 De afgestudeerde legt verbanden tussen culturele en maatschappelijke uitingen en ontwikkelingen ene zet zijn bevindingen in om een bijdrage te leveren aan het vakgebied en de maatschappij.
Making Judgements
Creërend vermogen
LMJ1 De afgestudeerde plaatst zijn werk in een breder (inter) cultureel, maatschappelijk en internationaal kader.
Onderzoekend en Reflectief vermogen
LMJ2 De afgestudeerde positioneert zich met zijn werk kritisch t.o.v. het eigen vakgebied en de maatschappelijke context.
MMJ2 De afgestudeerde reflecteert zelfstandig en op aanwijzing van derden op zichzelf en neemt naar aanleiding daarvan actie.
MMJ4 De afgestudeerde heeft inzicht in de functie van de podiumkunsten en kan deze zo nodig toelichten in diverse sectoren van de samenleving.
Vermogen tot groei en vernieuwing
MMJ5 De afgestudeerde is flexibel, gedisciplineerd, stressbestendig en initiatiefrijk.
Ondernemend en organiserend vermogen
LMJ5 De afgestudeerde ontwikkelt een eigen werkwijze en overziet alle aspecten van zijn werkproces en de betrokken disciplines in onderlinge samenhang.
Communication
Ondernemend en organiserend vermogen
MC1 De afgestudeerde presenteert zichzelf overtuigend en is in staat constructief een gesprek te voeren.
Communicatief vermogen
LC4 De afgestudeerde kan zijn artistieke identiteit, ideeën, ambities en kwaliteiten gearticuleerd verwoorden en belichamen tegenover derden binnen en buiten het artistieke proces.
Learning Skills
Onderzoekend en reflectief vermogen
LLS2 De afgestudeerde stelt zijn werk en werkwijze steeds opnieuw ter discussie.
MLS2 De afgestudeerde geeft zelfstandig verworven kennis en vaardigheden op eigen wijze vorm en concretiseert deze.
MLS3 De afgestudeerde is een life-long-learner.
Inhoud
Theater Theorie: in dit domein wordt kennis van de theoretische en historische achtergrond van de (podium)kunst verworven. In trede 9 wordt dit domein gecombineerd met het domein Onderwijs Praktijk en oriënteert de student zich op de onderwijspraktijk en maakt hij kennis met de onderwijskundige, didactische en methodische aspecten van het danskunstonderwijs.
Kunst & Cultuurgeschiedenis
Kunst & Cultuurgeschiedenis plaatst kunst en cultuur in historisch perspectief.
Dansgeschiedenis
Dansgeschiedenis plaatst dans in de ruimste zin des woords in historisch perspectief.
Dramaturgie
Dramaturgie omvat de leer van de dramatische kunst en biedt theoretische voorbereiding op acteren.
Individuele Onderzoeksbegeleiding
Bij Individuele Onderzoeksbegeleiding leert de student onderzoek doen onder begeleiding van een Onderzoek Werkveld-docent.
MEDI uitsluitend in trede 9
MEDI behelst de theoretische en praktische onderbouwing van het lesgeven en omvat de zelfstandige ontwikkeling en uitvoering van lesplannen, leerplannen en curricula ten behoeve van Algemene Dansante Vorming, Ballet, PopTheaterMusicalDans, Jazz Dans en Tapdans.
Muziek Geschiedenis
Muziek Geschiedenis plaatst de verschillende relevante muziekstromen in historisch perspectief en legt de basis voor muziekkennis in de dans- en musicalpraktijk.
Musical Geschiedenis
Musical Geschiedenis plaatst de musical in historisch perspectief.
Mens- en Bewegingskunde uitsluitend in trede 9
Mens- en Bewegingskunde omvat een basale kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van het bewegings- en stemapparaat en vakspecifieke EHBO-vaardigheden.
Onderzoek Werkveld
De student voert zelfstandig een onderzoek uit over een onderwerp dat gerelateerd is aan het toekomstige werkveld en presenteert zijn onderzoek voor een beoordelingscommissie.
Kunst & Cultuurgeschiedenis
Kunst & Cultuurgeschiedenis plaatst kunst en cultuur in historisch perspectief.
Dansgeschiedenis
Dansgeschiedenis plaatst dans in de ruimste zin des woords in historisch perspectief.
Dramaturgie
Dramaturgie omvat de leer van de dramatische kunst en biedt theoretische voorbereiding op acteren.
Individuele Onderzoeksbegeleiding
Bij Individuele Onderzoeksbegeleiding leert de student onderzoek doen onder begeleiding van een Onderzoek Werkveld-docent.
MEDI uitsluitend in trede 9
MEDI behelst de theoretische en praktische onderbouwing van het lesgeven en omvat de zelfstandige ontwikkeling en uitvoering van lesplannen, leerplannen en curricula ten behoeve van Algemene Dansante Vorming, Ballet, PopTheaterMusicalDans, Jazz Dans en Tapdans.
Muziek Geschiedenis
Muziek Geschiedenis plaatst de verschillende relevante muziekstromen in historisch perspectief en legt de basis voor muziekkennis in de dans- en musicalpraktijk.
Musical Geschiedenis
Musical Geschiedenis plaatst de musical in historisch perspectief.
Mens- en Bewegingskunde uitsluitend in trede 9
Mens- en Bewegingskunde omvat een basale kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van het bewegings- en stemapparaat en vakspecifieke EHBO-vaardigheden.
Onderzoek Werkveld
De student voert zelfstandig een onderzoek uit over een onderwerp dat gerelateerd is aan het toekomstige werkveld en presenteert zijn onderzoek voor een beoordelingscommissie.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Lucia Marthas Institute for Performing Arts