Vak: Gedrag in Organisatie credits: 3

Leeruitkomsten:
LO1  De student kent en begrijpt de verschillende theorieën (op individueel, groep, en systeemniveau) met betrekking tot menselijk gedrag in organisaties.
LO2 De student kan beschrijven hoe concepten van Gedrag in Organisaties kunnen bijdragen aan de productiviteit van organisaties.
LO3 De student kan de gedragsimplicaties van verschillende organisatieontwerpen uitleggen.
LO4  De student heeft fundamentele inzichten op het gebied van individueel gedrag en groepsgedrag in organisaties en heeft inzichten met betrekking tot organisatieculturen en -structuren in relatie tot gedrag en kan deze inzichten uitleggen, toepassen en analyseren op een casuïstiek.

PLU's:
PLU1: De BKM’er identificeert organisatievraagstukken, analyseert, ontwerpt, implementeert en evalueert bedrijfsprocessen, verbetert en vernieuwt deze processen door oplossingen voor problemen aan te dragen en hanteert bij al deze activiteiten een integrale, ethische en maatschappelijk verantwoorde aanpak.
PLU5: De BKM’er adviseert vanuit een ondernemende en creatieve houding strategische alternatieven en innovatieve oplossingen voor problemen van organisaties ter verbetering en vernieuwing van hun bedrijfsprocessen.
PLU6: De BKM’er initieert en begeleidt vanuit een integrale en op draagvlak gerichte aanpak veranderingsprocessen binnen organisaties en evalueert ingezette interventies op hun effectiviteit voor de organisatie.
PLU7: De BKM’er organiseert en regisseert de samenwerking tussen mensen in organisaties met oog voor de toegevoegde waarde van mensen in organisaties, houdt daarbij rekening met maatschappelijke, culturele en morele verschillen en overbrugt belangentegenstellingen.