Vak: Niet-westerse Muziek credits: 4

Vakcode
DMVH2NWM3
Naam
Niet-westerse Muziek
Studiejaar
2021-2022
ECTS credits
4
Taal
Nederlands
Coördinator
K.H. van der Meer
Werkvormen
  • Hoorcollege
  • Practicum / Training
  • Werkcollege
Toetsen
  • semester 5 - Overige toetsing
  • semester 6 - Overige toetsing

Leeruitkomsten

0.1, 0.4, 0.5
1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.5
2.1, 2.2
3.6
4.1, 4.2, 4.4
5.4, 5.6

1. Artistiek (generiek): De kunstvakdocent heeft een coherente artistieke visie van waaruit hij artistieke processen en producten realiseert. Hiermee inspireert en begeleidt hij lerenden in hun persoonlijke artistieke ontwikkeling.
2. Pedagogisch en didactisch: De kunstvakdocent beschikt over een breed spectrum aan pedagogische en didactische kennis en vaardigheden. Daarmee brengt hij voor individuele en groepen lerenden veilige en krachtige leeromgevingen tot stand.
3. Interpersoonlijk: De kunstvakdocent beschikt over een breed spectrum aan communicatieve kennis en vaardigheden. Daarmee brengt hij, vanuit zijn ambassadeurschap voor de kunsten, effectieve interacties en samenwerkingsvormen tot stand in verschillende beroepscontexten.
4. Omgevingsgericht: De kunstvakdocent signaleert en onderzoekt relevante ontwikkelingen in de (culturele) diversiteit van de globaliserende samenleving. Hij benut kansen en mogelijkheden om op een zakelijke en georganiseerde wijze de verbinding te leggen met zijn beroepspraktijk. 5. Kritisch-reflectief en onderzoekend: De kunstvakdocent komt door reflectie en onderzoek tot inzicht en kennis voor zijn functioneren als professional. Hij zet zijn onderzoeksvaardigheden in om lerenden te stimuleren bij de ontwikkeling van een onderzoekende houding en te begeleiden bij het doen van eenvoudig onderzoek.

Inhoud

Per geografische regio wordt behandeld: relevante niet-westerse muziek wordt besproken en sommige stijlen worden gespeeld. Er is aandacht voor algemene ethnomusicologische thema’s. De student werkt aan opdrachten die zijn gerelateerd aan muziekvoorbeelden en teksten. Daarnaast presenteert iedere student een muzikaal fenomeen uit de wereld waar ze een connectie mee hebben. Op deze manier delen de studenten eigen specifieke (niet westerse) muziekkennis. In de eind(onderzoeks)groepsopdracht koppelt de student zijn eigen muzikantschap aan een niet-westers muziekconcept, en presenteert de muzikale uitkomst aan de klas. De muziek van de belangrijkste in Nederland voorkomende culturele minderheden wordt behandeld. De student levert een bijdrage in de vorm van een of meer korte referaten over bestudeerd materiaal. Daarnaast zal de student lesmateriaal ontwikkelen toepasbaar in het VO onderwijs.

Opgenomen in opleiding(en)

School(s)

  • Prins Claus Conservatorium