Vak: Communicatie- en Mediakunde credits: 5
- Vakcode
- COVP14CPA2
- Naam
- Communicatie- en Mediakunde
- Studiejaar
- 2024-2025
- ECTS credits
- 5
- Taal
- Nederlands
- Coördinator
- R. Heuvelman
- Werkvormen
-
- Hoorcollege
- Werkcollege
- Toetsen
-
- Communicatie- en Mediakunde 1 - Computer, organisatie ToetsCentrum
Leeruitkomsten
De volgende competenties worden ontwikkeld op niveau 1:
1. Context & strategie
1. Signaleert ontwikkelingen die relevant zijn voor de organisatie, overziet internationale en (interculturele) ontwikkelingen en vertaalt de implicaties hiervan naar het communicatiebeleid.
- De student heeft kennis van de begrippen issue, issuemanagement, public affairs en crisismanagement en past dit toe op een case.
- De student benoemt het verschil tussen doelgroep en stakeholders en maakt een stakeholderanalyse.
2. Overziet ontwikkelingen in het vakgebied en het (internationale) medialandschap en kan deze inzichten vertalen naar de communicatiestrategie
- De student heeft kennis van de communicatie en organisatiebegrippen en -theorieën (strategie en communicatieadvies, CIM model en medialandschap) en past dit toe op een case.
- De student benoemt het verschil tussen labeling en framing is en past dit toe op een case om de publieke opinie te beïnvloeden.
2. Doelgroep & gedrag
5. Verantwoordt communicatie-interventies op basis van kennis, theorie en inzichten uit onderzoek.
- De student heeft kennis van de basisbegrippen onderzoek (doelstelling, vraagstelling, kwalitatief en kwantitatief onderzoek, organisatie analyse en de kwalitatieve media-analyse) en past dit toe op een case.
1. Context & strategie
1. Signaleert ontwikkelingen die relevant zijn voor de organisatie, overziet internationale en (interculturele) ontwikkelingen en vertaalt de implicaties hiervan naar het communicatiebeleid.
- De student heeft kennis van de begrippen issue, issuemanagement, public affairs en crisismanagement en past dit toe op een case.
- De student benoemt het verschil tussen doelgroep en stakeholders en maakt een stakeholderanalyse.
2. Overziet ontwikkelingen in het vakgebied en het (internationale) medialandschap en kan deze inzichten vertalen naar de communicatiestrategie
- De student heeft kennis van de communicatie en organisatiebegrippen en -theorieën (strategie en communicatieadvies, CIM model en medialandschap) en past dit toe op een case.
- De student benoemt het verschil tussen labeling en framing is en past dit toe op een case om de publieke opinie te beïnvloeden.
2. Doelgroep & gedrag
5. Verantwoordt communicatie-interventies op basis van kennis, theorie en inzichten uit onderzoek.
- De student heeft kennis van de basisbegrippen onderzoek (doelstelling, vraagstelling, kwalitatief en kwantitatief onderzoek, organisatie analyse en de kwalitatieve media-analyse) en past dit toe op een case.
Inhoud
In de hoor- en werkcolleges gaat de student nader in op de theoretische concepten die gerelateerd zijn aan issuemanagement en crisiscommunicatie. De theorie die behandeld wordt in de hoorcolleges heeft betrekking op issuemanagement, framing, beïnvloeding van de publieke opinie, diverse specialismen van corporate communicatie (public affairs en crisiscommunicatie), identiteit, imago en reputatie, maatschappelijk verantwoord ondernemen en ethiek. Daarnaast leert de student onderzoeksmethoden zoals het maken van een stakeholdersanalyse, een organisatieanalyse en een media-analyse. De student gaat in de werkcolleges aan de slag met deze theorieën aan de hand van verschillende opdrachten.
Opgenomen in opleiding(en)
School(s)
- Instituut voor Communicatie, Media & IT