Vak: Challenge credits: 15

Aan sport en bewegen wordt steeds meer een maatschappelijke betekenis toegedicht. Sportkundigen kunnen vanuit deze maatschappelijke betekenis een bijdrage leveren aan het oplossen van complexe problemen in de praktijk. Een challenge betreft het leveren van een bijdrage aan het oplossen van een complex probleem/vraagstuk in de praktijk.

In de challenge in semester 2 ligt de focus op het leveren van een bijdrage aan een vraagstuk op het snijvlak van 2 van de 3 waarden van Sportkunde (economisch, gezondheid en sociaal-maatschappelijk). De student voert een opdracht uit voor een organisatie in het sport- en beweegdomein, met als doel om impact te realiseren in de praktijk.   
De student doorloopt de vier fasen van de ontwerpgerichte cyclus. Dat betekent dat er vanuit een diagnose van het praktijkprobleem (middels interne en externe analyse), het in beeld brengen van de eindgebruiker en een scan van het netwerk aan organisaties (ecosysteem), een product of dienst ontworpen wordt welke vervolgens in de praktijk wordt uitgevoerd (geïmplementeerd). In de ontwikkeling en implementatie van het product houdt de student zich bezig met verdiepen, projectmatig creëren, het organiseren en begeleiden van activiteiten en het coördineren en positioneren van het product of dienst. Tot slot is er aandacht voor een proces- en productevaluatie van de ontwikkelde producten en/of diensten waarbij gebruik wordt gemaakt van opdrachtgever, eindgebruikers en peers. 

Het uitgangspunt bij het uitvoeren van de challenge is dat de student onderdeel is van een professionele omgeving en zich ook zo gedraagt. De student werkt tijdens de challenge niet alleen individueel aan zijn/haar leeruitkomsten maar doet dit ook in samenwerking met medestudenten. Tijdens de challenge in semester 2 ontwikkelt de student zich op alle 5 leerwegonafhankelijke leeruitkomsten (LoLu’s). Voortgang hierop wordt bijgehouden in een digitaal portfolio (eJournal). Aan het eind van de challenge volgt een beslismoment. In het beslismoment zal er getoetst worden of de student (individueel) voldoende ontwikkeling heeft laten zien en een voldoende eindniveau bereikt heeft om de leeruitkomsten aan te tonen.

Studenten worden ingedeeld in groepen (community’s of learners, CoL’s) en gekoppeld aan een begeleidend docent. Deze CoL komt (minimaal) één keer in de twee weken samen, tijdens deze momenten vindt begeleiding op maat plaats. De weken waarin er geen CoL staat geroosterd vinden er plenaire hoor- en werk-colleges plaats welke de challenge ondersteunen.
Daarnaast is een student in semester 2 twee werkdagen (2x8 uur) in de praktijk aanwezig om aan zijn/haar challenge te werken. Hier vindt er begeleiding plaats door een praktijk-begeleider. De challenge heeft een omvang van drie dagen per lesweek (3x8 uur = 24 uur per week).
 
N.B.:
- (voorwaardelijk) onderdeel van challenge 2 is een voldoende resultaat op een schriftelijk tentamen Nederlandse schrijfvaardigheid (nadere info over specifieke voorwaarden volgen bij start semester)
- binnen deze challenge wordt van student verwacht de binnen de bachelor Sportkunde aangereikte onderzoeksliteratuur te gebruiken: van der Velde, E. G., Munneke, L., Jansen, P., & Dikkers, J. S. E. (2023) 2e druk. Onderzoekend vermogen in de praktijk. Concept Uitgeefgroep / Educatieve Uitgeverij Nederland.