Het bachelorprogramma Sportkunde omvat 240 ECTS (een propedeuse fase van 60 ECTS, een hoofdfase van 120 ECTS en een eindfase van 60 ECTS). Bij Sportkunde ontwikkelt de student zich in een beroepsechte en inspirerende leeromgeving tot een ondernemende sportprofessional. (Pre-)challenges (70 ECTS) en andere praktische componenten vormen een essentieel en verplicht onderdeel van dit programma, evenals een afstudeerchallenge (60 ECTS). Daarnaast geeft de student door middel van een flexibel aanbod van leeractiviteiten voor een groot deel zelf de studieroute vorm.

Vanaf het begin van de opleiding gaat de student in de praktijk aan de slag met complexe vraagstukken. De drie waarden van sport staan hierbij centraal (de sociaal-maatschappelijke-, de economische- en de gezondheidswaarde). Er wordt samengewerkt met docenten en andere stakeholders aan kenniscreatie. Zo wordt er tijdens de opleiding gewerkt aan opdrachten die ertoe doen en wordt er impact in de praktijk gecreëerd. De propedeuse fase bestaat, naast een pre-challenge (10 ECTS) en een challenge (15 ECTS), uit verplichte- (30 ECTS) en keuzemodules (5 ECTS).

De hoofdfase geeft meer keuzemogelijkheden voor de student, deze fase bestaat naast een minor (30 ECTS) en challenges (45 ECTS) uit verplichte modules (25 ECTS) en keuzemodules (20 ECTS). Voorbeelden van keuzemodules zijn: Sport business en development, Social- en online marketing, Advanced sports coaching, Ondernemen in de sport met doelgroepen en Publieke en commerciele financiering van sport.

De minor (30 ECTS) kan door de student worden gekozen en stelt de student in staat zich te verdiepen in een gekozen vakgebied of zijn / haar algemene of vakspecifieke kennis en vaardigheden te verbreden. Tijdens de afstudeerchallenge (60 ECTS) wordt er een jaar lang aan een complex vraagstuk gewerkt voor een organisatie uit de beroepspraktijk van de Sportkundige. Het doel is om af te studeren met impact.

Tijdens de hele opleiding Sportkunde werkt de student aan vijf leeruitkomsten, die zijn afgeleid van het beroepsprofiel.

1. Sportkundige Identiteit
2. Onderzoeken en Ontwikkelen
3. Coordineren, Positioneren en Begeleiden
4. Leiding geven/ Managen en Organiseren
5. Evalueren en Adviseren

Elke leeruitkomst is uitgewerkt op drie niveaus: de propedeuse-, hoofd- en eindfase.